Gelijke rechten, ongelijke praktijk
Artikel 1 van de Grondwet stelt: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.”
Daarnaast heeft Nederland het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap ondertekend en geratificeerd. Dit verdrag staat zelfs boven de Grondwet en verplicht de overheid tot daadwerkelijke gelijke behandeling en toegankelijkheid.
Toch overtreden overheden, instanties en bedrijven deze regels dagelijks. Politici en bestuurders leggen een eed af om de wet te respecteren, maar handelen daar vaak niet naar. Het gevolg: ruim 3,3 miljoen mensen met een beperking worden structureel achtergesteld.
Ons zwartboek geeft een overzicht van deze structurele problemen én mogelijke oplossingen.
1. Assistentie- en hulphonden
Assistentie- en hulphonden zijn onmisbaar voor mensen met een beperking. Zij bieden dagelijkse, vaak levensbelangrijke ondersteuning. Toch bestaan er structurele knelpunten door een gebrek aan toezicht en regelgeving. Dit ondermijnt veiligheid, betrouwbaarheid en kwaliteit.
Wildgroei aan hondenscholen
Twaalf stichtingen signaleren een zorgwekkende wildgroei: iedereen kan zonder opleiding of toezicht een hondenschool beginnen. Voor mensen die afhankelijk zijn van goed getrainde hulphonden is dit zeer risicovol. Het probleem wordt versterkt doordat hulphondenhesjes en andere herkenningstekens vrij te koop zijn via buitenlandse websites.
Om misbruik en namaken te voorkomen, wordt gewerkt aan een duidelijke identificatie voor geaccrediteerde assistentie- en hulphonden. Dit is een noodzakelijke voorzorgsmaatregel nu het risico toeneemt dat hesjes opnieuw nagemaakt en misbruikt worden.
Erkende organisaties leggen jaarlijks examens af en werken volgens internationale standaarden. Zij pleiten voor wettelijke erkenning, bescherming van herkenningstekens en internationale afstemming (o.a. met België). Dit laat zien hoe overheden structureel tekortschieten in toezicht en bescherming van kwetsbare groepen.
Kwaliteit, veiligheid en toegang
Erkende organisaties tonen dagelijks aan dat kwaliteit en veiligheid wél te waarborgen zijn. Het gebrek aan regels en controle maakt echter dat ondeskundige aanbieders eenvoudig kunnen opereren. Voor mensen met een beperking leidt dit tot misleiding, slechte begeleiding of zelfs gevaarlijke situaties.
Daarnaast ervaren gebruikers van assistentiehonden nog steeds toegangsproblemen bij winkels, horeca en andere bedrijven. Hoewel de wet duidelijk bepaalt dat assistentiehonden toegang moeten krijgen, worden onwettige extra voorwaarden opgelegd, zoals verplichte identificatiepassen of vooraf aanmelden. Dit belemmert zelfstandigheid en laat zien dat handhaving tekortschiet.
2. Bureaucratie en verkeerde interpretaties
-
Jaarlijkse herkeuringen, zelfs bij blijvende of progressieve beperkingen.
-
Elke instantie hanteert eigen formulieren, termijnen en regels.
-
Gemeenten en uitvoeringsorganen interpreteren landelijke wetten selectief of foutief.
Voorbeeld: de Belastingdienst gaf een onjuiste uitleg van het begrip “inrichting” voor aangepaste voertuigen, met grote financiële schade als gevolg.
3. Mobiliteit en vervoer
Gehandicaptenparkeerkaart
-
Grote verschillen tussen gemeenten: tarieven variëren van gratis tot meer dan € 300.
-
Onduidelijke en tegenstrijdige regels, soms in strijd met landelijke wetgeving.
-
Veel parkeerplaatsen zijn te klein en voldoen niet aan CROW-normen.
-
Scanauto’s bekeuren ondanks geldige kaarten.
-
Misbruik door derden wordt nauwelijks gecontroleerd of bestraft.
-
Oude kaarten worden vaak niet ingenomen, waardoor misbruik mogelijk blijft.
Nieuwe bedreigingen
-
In autoluwe steden verdwijnen gehandicaptenparkeerplaatsen zonder alternatief.
-
Steeds vaker worden gehandicaptenplaatsen omgevormd tot laadplekken voor elektrische auto’s, waardoor mensen met een beperking letterlijk hun plek verliezen. Dit is in strijd met het VN-Verdrag Handicap.
-
Gemeenten schaffen steeds vaker parkeerautomaten af. Automobilisten worden gedwongen om via digitale parkeerapps te betalen, maar ouderen en mensen met een beperking worden daardoor buitengesloten. Apps verschillen per gemeente, zijn ingewikkeld in gebruik en leiden tot veel klachten.
Milieuzones
-
In veel EU-landen geldt vrijstelling; in Nederland is dit afhankelijk van de gemeente.
-
Oudere aangepaste voertuigen worden geweerd zonder landelijke uitzondering.
Begeleiderskaart
-
Gemeenten eisen soms een nieuwe medische keuring bij verlenging, terwijl informatie al beschikbaar is.
-
Dit veroorzaakt onnodige bureaucratie, stress en vertraging.
Openbaar vervoer
-
Nog vaak ontoegankelijk voor rolstoelen en scootmobielen.
-
Onzekerheid of hulp bij in- en uitstappen aanwezig is.
-
Buurtbussen meestal ongeschikt.
Rekeningrijden
-
Geen landelijke uitzondering voor mensen die afhankelijk zijn van hun voertuig.
3b. Mantelzorgwaardering
Tot 2014 bestond er een landelijke regeling: het mantelzorgcompliment van circa € 200 per jaar. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk, waardoor willekeur is ontstaan.
-
In sommige gemeenten bedraagt de waardering € 200 tot € 300.
-
Andere gemeenten beperken zich tot een cadeaubon, taart of bloemetje.
-
In minstens 1 op de 8 gemeenten bestaat er helemaal geen regeling meer.
-
Informatie is vaak moeilijk vindbaar, deadlines verschillen en procedures zijn onnodig ingewikkeld.
Gevolg: de ene mantelzorger wordt financieel erkend, de ander krijgt een symbolisch gebaar of helemaal niets. Dit ondermijnt gelijke behandeling en laat zien dat decentralisatie ongelijkheid en bureaucratie versterkt.
Feitenkader mantelzorgwaardering
-
Tot 2014: landelijk compliment van ± € 200.
-
Sinds 2015: gemeenten verantwoordelijk, zonder landelijke norm.
-
42 gemeenten (12%) hebben de waardering afgeschaft.
-
In 36 gemeenten is de regeling onvindbaar of slecht toegankelijk.
-
Gemiddeld bedrag: € 148.
-
Hoogste bedragen: tot € 300.
-
Laagste waarderingen: bloemen, taart of cadeaubon.
4. Openbare ruimte
-
Trottoirs en gehandicaptenparkeerplaatsen geblokkeerd door fietsen, terrassen, borden of auto’s.
-
Regengoten, hoge stoepranden en drempels maken doorgang moeilijk.
-
Schaarhekjes, paaltjes en barrières sluiten hulpmiddelen uit.
-
Openbare toiletten vaak afwezig, afgesloten of ongeschikt.
-
Wegen en fietspaden lopen sterk af, waardoor rolstoelen en driewielfietsen gevaarlijk scheef rijden.
Verkeerslichten en oversteekvoorzieningen
-
Te korte groentijden voor voetgangerslichten.
-
Geen geluidssignalen of trillende signalering.
-
Geen visuele of tactiele informatie.
-
Knoppen vaak te hoog of onbereikbaar.
-
Veel kruispunten missen veilige oversteekvoorzieningen.
5. Ruimtelijke ordening en bestemmingsplannen
Mensen met een beperking lijken in bestemmingsplannen nauwelijks te bestaan. Er wordt gesproken over woningen, verkeer en groen, maar niet over toegankelijkheid.
Gevolgen:
-
Stoepen te smal, te steil of geblokkeerd.
-
Gehandicaptenparkeerplaatsen verdwijnen bij herinrichting of worden laadplekken.
-
Aangepaste woningen moeten telkens “ingevoegd” worden, in plaats van standaard meegenomen.
Zolang bestemmingsplannen geen rekening houden met gehandicapten, blijft uitsluiting letterlijk in beton gegoten.
6. Financiële ongelijkheid
Eigen bijdragen
-
Financiële lasten treffen chronisch zieken buitenproportioneel.
-
Bij meerdere gehandicapte gezinsleden lopen kosten snel op.
-
Pensioenen niet geïndexeerd → ouderen extra kwetsbaar.
Leeftijdsdiscriminatie in de Wmo
Sinds 2025 geldt een maximale eigen bijdrage van € 21,- per maand. Maar:
-
Huishoudens met een partner onder de AOW-leeftijd hoeven niets te betalen.
-
Zodra beide partners de AOW-leeftijd bereiken, vervalt deze uitzondering.
Dit onderscheid is leeftijdsgebonden en strijdig met artikel 1 van de Grondwet en het VN-Verdrag Handicap.
Gemeentelijke verschillen
-
Grote verschillen in vergoedingen voor hulpmiddelen.
-
Bij progressieve ziekten soms wachttijd tot 7 jaar voor vervanging.
-
Geen landelijk maximum voor bijdragen → stapeling van kosten.
Medicijnen
-
Gedwongen overstap naar goedkopere middelen, ondanks negatieve ervaringen.
-
Sommige medicijnen verdwijnen door lage prijsafspraken.
Zorgkilometers
-
Vergoeding via hardheidsclausule moet jaarlijks opnieuw worden aangevraagd, zelfs bij chronische aandoeningen.
-
Zorgverzekeraars weigeren structurele toekenning → onnodige bureaucratie en afhankelijkheid.
7. Wmo-problemen
Hoofdstuk 7 behandelt de belangrijkste knelpunten rond de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het gaat over hoe gemeenten hulpmiddelen toewijzen, keuren en financieren, de rol van commerciële bedrijven bij uitvoering en mandatering, en de ongelijke behandeling van burgers bij voertuigen en andere hulpmiddelen. Dit hoofdstuk laat zien dat gebrek aan uniformiteit, onvoldoende toezicht en onduidelijke rechtsbescherming leiden tot frustratie, ongelijkheid en verminderde zelfstandigheid voor mensen met een beperking.
Financiële afwegingen vs zorgplicht
Gemeenten laten bij de toewijzing van hulpmiddelen financiële overwegingen vaak zwaarder wegen dan hun wettelijke zorgplicht om passende ondersteuning te bieden. Hierdoor krijgen mensen hulpmiddelen die technisch wel goedgekeurd zijn, maar ergonomisch niet altijd geschikt blijken voor dagelijks gebruik.
Keuring en levering
Veel hulpmiddelen worden gekeurd en geleverd door commerciële bedrijven die namens de gemeente beslissen. Door de jaarlijkse aanbestedingen staan deze bedrijven onder druk om zo goedkoop mogelijk te werken. Het gevolg is dat keuringen vaak beperkt blijven tot technische controles, terwijl ergonomische geschiktheid en gebruiksgemak onvoldoende worden beoordeeld. Onafhankelijke keuringen worden daarom aanbevolen om kwaliteit en veiligheid te waarborgen.
Mandatering en rechtsbescherming
Gemeenten mandateren regelmatig de uitvoering van Wmo-zaken aan commerciële bedrijven. Deze bedrijven beslissen namens de gemeente over hulpmiddelen, indicaties of vergoedingen. Juridisch gezien moet de burger worden gewezen op de mogelijkheden tot bezwaar en beroep bij de gemeente. In de praktijk gebeurt dit vaak onvoldoende, waardoor mensen met een beperking onterecht worden beperkt in hun rechtsbescherming. Dit kan als onrechtmatig worden beschouwd en ondermijnt de zorgplicht van de gemeente.
Ongelijke behandeling van voertuigen
Er is grote variatie tussen gemeenten bij de acceptatie van voertuigen als hulpmiddel. Een elektrisch voertuig dat officieel door het RDW als invalidenvoertuig is goedgekeurd en verzekerd is, kan in sommige gemeenten wel in aanmerking komen voor vergoeding of tegemoetkoming, terwijl andere gemeenten een aanvraag afwijzen. Dit geldt zelfs als het voertuig voldoet aan alle wettelijke eisen, opvouwbaar is voor transport in een auto en toegestaan is in voetgangersgebieden en winkels. Het resultaat is dat burgers die volledig aan de eisen voldoen, afhankelijk zijn van willekeurige gemeentelijke beslissingen, wat leidt tot ongelijke behandeling en een gebrek aan landelijke uniformiteit.
Aanvullende problemen
-
Hulpmiddelen zijn vaak alleen regionaal verzekerd, waardoor reizen wordt belemmerd.
-
Onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens door uitvoerders.
-
Grote verschillen per gemeente en per toegewezen Wmo-consulent.
8. Toegankelijkheid in horeca, festivals en campings
-
Horeca vaak niet rolstoeltoegankelijk, geen aangepast toilet.
-
Aangepaste vakantieverblijven schaars en duurder.
-
Campings en camperplaatsen missen voorzieningen.
-
Evenementen bieden onvoldoende faciliteiten.
-
Disabled Card pas in 2028 → te laat voor wie nu uitgesloten wordt.
9. Overige knelpunten
-
Poep op trottoirs → gevaar voor hygiëne en hulpmiddelen.
-
Onnodige vergunningseisen beperken spontane uitstapjes.
-
Corona-maatregelen hebben blijvende beperkingen nagelaten.
-
Verdwenen organisaties zoals MEE laten een groot gat achter.
-
Te weinig rolstoelvriendelijke wandelpaden in recreatiegebieden.
Versnipperd beleid kost ook de overheid geld
-
Hogere uitvoeringskosten door herhaalde vergunningen en procedures.
-
Extra werkdruk bij gemeenten.
-
Verlies aan efficiëntie door ad-hocoplossingen in plaats van structurele regelingen.
10. Toezicht en handhaving
Voor het VN-Verdrag Handicap bestaat geen toezichthouder met handhavingsbevoegdheden. Het College voor de Rechten van de Mens kan oordelen, maar deze zijn niet bindend.
Gevolg: schendingen blijven ongestraft. Gemeenten en bedrijven kunnen regels en jurisprudentie negeren zonder consequenties.
11. Conclusie
De kloof tussen mensen met en zonder beperking groeit, ondanks wetten en verdragen die gelijke behandeling garanderen. Voorbeelden uit dit zwartboek — van assistentiehonden tot Wmo-hulpmiddelen en mantelzorgwaardering — tonen aan dat overheden en instanties verplichtingen structureel negeren.
Het gebrek aan landelijke uniformiteit, de stapeling van regels en de afwezigheid van handhaving leiden niet alleen tot ongelijkheid, maar ook tot verspilling van gemeenschapsgeld.
Noodzakelijke maatregelen:
-
Landelijke uniformiteit in regels en voorzieningen.
-
Echte handhaving van het VN-Verdrag Handicap.
-
Minder bureaucratie, meer vertrouwen in de burger.
-
Structurele, niet-vrijblijvende maatregelen voor gelijke behandeling.
-
Een onafhankelijke toezichthouder met sanctiebevoegdheden.
Politici en bestuurders leggen een eed af om de wet te respecteren, maar handelen daar vaak niet naar. Het gevolg: 3,3 miljoen mensen met een beperking in Nederland worden structureel achtergesteld.
